De aanloop
Ik keek al sinds januari uit naar mijn jubileumfeest. Had er onwijs veel zin in. Ik wist dat er sowieso mooie mensen zouden komen.
Maar toch… De dag naderde en de onzekerheid nam toe. Sommige klanten waren al die tijd stil gebleven. Geen reactie op mijn papieren kaartje met persoonlijke tekst. Geen reactie op het appje of mailtje waarin ik de plaats en tijd van mijn feest deelde. Betekende dat dat ze niet zouden komen? Of erger nog, dat ze me niet aardig vonden of niet tevreden waren over onze samenwerking en het daarom niet nodig vonden om te reageren?
De dag voor het feest kwamen de eerste ziekmeldingen. Van keelontsteking tot covid en van diarree tot vermoeidheid. Ik kreeg er buikpijn van. Wat nou als er bij mijn 15-jarig jubileum niet eens 15 mensen zouden zijn?
De dag
De grote dag brak aan met apocalyptische regenbuien en windstoten waarvan onze ijzeren tuinstoelen rammelden. De zonnebloem boog deemoedig haar hoofd en de dakgoten overstroomden. Mijn zorgvuldig gewassen en gestylde haar hing na een bezoek aan de markt als een in brand gestoken vogelnest langs mijn hoofd. Er kwamen meer ziekmeldingen. Er kwamen ‘gaat het wel door’ appjes. Dapper schreef ik terug “Om vijf uur is het droog!” Ondertussen stond het zweet op mijn bovenlip en in mijn bilnaad.
Om vier uur was het droog. Om vijf uur – precies op het moment dat het feest begon – brak de zon door. Wauw.
Mensen die elkaar al jaren niet hadden gezien, namen de tijd om bij te kletsen. Mensen uit hetzelfde vakgebied deelden ervaringen. Mensen die tot een seconde geleden niet van elkaars bestaan wisten, spraken over kunst, kitsch en kippenvilla’s alsof ze elkaar al jaren kenden. En af en toe hoorde ik: “Hee, wat grappig, jou had ik hier niet verwacht!”
Dus daar stonden we.
Droog. Aangenaam warm. Een prachtige locatie. Een topteam achter de bar.
Daar stonden we.
Een groep mooie mensen (meer dan 15) waar ik graag mee samenwerk.
De avond was perfect.
De volgende dag
De volgende ochtend huilde ik. Janken, janken en nog eens janken. Van geluk. Ik pakte de cadeautjes uit en las de kaarten. Het klinkt zweverig uit mijn ‘pen’ en hopeloos sentimenteel, maar sommige zinnen raakten me recht in mijn hart. Ik kreeg het warm en koud tegelijk. Ik voelde (en voel) me zo dankbaar. De ondernemer die geen ondernemer wilde zijn. De ondernemer die noodgedwongen een bedrijfje begon met nog een bijbaantje ernaast tot ze eindelijk die droombaan in loondienst zou vinden. Die ondernemer stond midden in haar woonkamer, tussen bossen bloemen, flessen wijn en een stapel boeken en las niets dan lof.
Enorm trots op hoe jouw bedrijf én jij als persoon de afgelopen 15 jaar zijn gegroeid.
Dankjewel dat jij al 15 jaar telkens iets moois voor ons creëert.
Ga zo door, je maakt heel veel mensen blij.
Terwijl de tranen over mijn wangen rolden, fluisterde de leuke jongen uit de trein wijze woorden in mijn linkeroor: “Als je weer eens denkt dat je iets niet kan, of als je denkt dat klanten niet tevreden zijn, of dat mensen je niet aardig vinden. Herinner je dan dit.”
En dat ga ik doen. Maar ook op momenten dat ik blij en tevreden ben, herinner ik me mijn feest, de lieve kaartjes en de mooie cadeaus.
DANK JULLIE WEL!