“Het zal wel andersom horen”, zegt het meisje achter de bar bij het festival, terwijl ze de drankjes omwisselt. Een tel later staat het pilsje voor de leuke jongen uit de trein en de Sprite voor mij. “Nee hoor, het stond goed”, zegt de leuke jongen uit de trein. “Ik moet nog rijden.” Het meisje kijkt me aan en zegt: “Dat heb je goed geregeld!”
Een dag ervoor zat ik met drie vriendinnen op een terras. We bespraken dat minstens de helft van ons meer verdient dan hun partner en meer ambitie heeft dan hun man. We hechten aan onze carrière, volgen vrijwillig opleidingen, doen onderzoek, werken (bijna) voltijds en soms meer. Een van de vriendinnen is vrijgezel, maar zou anders ook geen huisvrouw zijn geworden.
We vragen ons hardop af of wij de uitzonderingen zijn. We vragen ons hardop af of onze mannen, die het niet erg vinden dat hun vrouwen meer verdienen, de uitzonderingen zijn. Net als we het over de huishoudelijke taakverdeling hebben en ik zeg dat ik in ons huidige huis nog steeds nooit de wasmachine heb aangezet, komt de jongen van de bediening aan met onze koffie. De jongen kijkt me aan en zegt: “Dat heb je goed geregeld!
Hoezo? Waarom? Zó stereotiep…
Ik merk dat ook in mijn vak. Vrouwen krijgen in interviews veel vaker de vraag of ze een kinderwens hebben, hoe ze hun carrière combineren met hun gezin en huishouden, of ze minder gaan werken als er kinderen komen, of – als ze voltijds werken – ze het niet jammer vinden dat ze hun kinderen zo weinig zien.
Mijn vriendinnen en ik mogen het dan ‘goed geregeld hebben’, maar we zijn er nog lang niet.