Ik vind het onwaarschijnlijk leuk om briefjes en kaartjes te schrijven (en te krijgen). Sinds we verhuisden is onze verjaardagskalender kwijt, dus ik schreef de afgelopen tijd ook veel kaartjes niet. Lang niet iedereen heeft zijn verjaardag op Facebook staan, zo blijkt. Maar als ik eraan denk, maak ik serieus werk van felicitaties, condoleances, en harten onder de riem. En pasgeborenen krijgen altijd een persoonlijk verhaaltje met wat ik ze toewens.

Beroepsmatig komt het er niet zo vaak van om uit de losse pols, met pen en papier, kaartjes vol te schrijven. Op het Pulp Festival klom ik voor het eerst voor anderen in de pen en afgelopen vrijdag mocht ik weer. In mijn mooiste handschrift natuurlijk.

Richard Dols van Docfest nodigde mij uit voor BedTalks in The Student Hotel. Bedoeling was dat bezoekers eerst de documentaire Love Letters keken en dan door mij iets liefs lieten schrijven. Die volgorde werd niet altijd aangehouden. De eerste bezoeker zat al naast me voordat de film draaide. “Ik ben al sinds 1971 bij mijn vrouw. Ze is open en sympathiek en kunstenaar…”

Veel giechelende meiden aan tafel, die over hun lief niet veel meer wisten te vertellen dan dat hij zo’n mooie, blauwe ogen heeft en grappig is. Ik maakte er zoete gedichtjes van “Die blauwe ogen, wat ben ik blij dat die mij zien. Je staat voor me klaar, bent mooi, lief en spontaan, ik wil je nooit meer laten gaan.”

Al snel moest ik ‘liefdesbrief’ ruimer gaan opvatten dan dat ik in gedachten had. Een moeder liet mij schrijven aan haar ernstig zieke dochter. Een zoon liet mij schrijven aan zijn dementerende vader. Een student uit Jamaica die als vrijwilliger aan het werk was, vroeg of ik mijn brief wilde beginnen met ‘You’re the number one girl in my life’. De brief was voor zijn moeder. “What about your girlfriend?”, vroeg ik. “She knows, she definitely knows.”

Love letters to write

Lees het door mij geschreven verslag van de BedTalks op Thuis in Maastricht.