Ik ben/leef intens. Ik zing in de auto – keihard en ultiem vals – en dans door de woonkamer. Ik schop tegen afgevallen bladeren, ren als een dwaas met mijn nichtje door de speeltuin en koester de zon met gesloten ogen op het bankje voor ons huis. Ik vloek als een dolle om bumperklevers en wegafsnijders. Ik ben gemakkelijk in tranen om een lied, boek of film. Ik word kwaad tot in mijn nanodeeltjes om onrechtvaardigheid. Ik stuiter van enthousiasme bij een mooie zonsondergang, een ontmoeting met een vos, of het eerste sneeuwklokje in de tuin.

Euforie

Die intensiteit ervaar ik vaak ook als ik werk. Het lukt niet altijd, dat geef ik toe, maar ik doe mijn werk graag grondig, bewust en doordacht. Ik ga helemaal op in het schrijven van een pakkende blog, een mooi portret of een overtuigend persbericht. Zit ik in een verhaal dan kan de wereld vergaan zonder dat ik het merk. Staat er nog één zin die naar mijn gevoel niet lekker loopt, dan heb ik geen rust voordat ik iets beters bedenk. En dan euforie.

Eigenheid

Vroeger had ik vaak het gevoel dat ik een rol moest spelen ‘om bij de populaire/succesvolle mensen te horen’. Niet te veel opvallen, niet te fel mijn eigen mening verdedigen, mijn tranen wegslikken. Nu kan ik veel meer mijn intense zelf zijn. Ik zet mijn eigenheid zelfs volop in de verf (soms letterlijk, bij de kapper). De eigenzinnige manier waarop ik voor mijn klanten schrijf, is denk ik mijn grootste kracht geworden. Daar geniet ik van. Intens.


Van Dale: in·tens (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) sterk, hevig, erg
‘Ik ben/leef intens’ en ‘mijn intense zelf’ is dus wel een beetje raar…


Foto van Pixabay – want hoe ziet een intense foto van mezelf eruit?