Morgen is het veertien jaar geleden dat ik half wees werd. Soms praat ik er gemakkelijk over, soms val ik stil als iemand naar mijn vader vraagt. Dan slaat het gesprek dood. Net als dat mijn bier soms dood slaat.
De Nederlandse taal kent bizar veel uitdrukkingen waar de dood in voorkomt. Zoals:
- Al sla je me dood
- Ik ben als de dood voor spinnen/spreken in het openbaar/hoogtes…
- Daar zou ik nog niet dood gevonden willen worden
- De dood of de gladiolen
- Op een dood spoor zitten
En deze, uiterst populair in tijden van populisten die klagen dat de vrijheid van meningsuiting in gevaar is:
- Iemand monddood maken
Een taal kan ook dood zijn, als een taal in het dagelijks leven door niemand meer als moedertaal wordt gebruikt.
Over taal gesproken. Is er een verschil tussen overlijden en sterven? Je kunt wel zeggen ‘een stervende man’, maar niet ‘een overlijdende man’…