De leuke jongen uit de trein en ik roepen regelmatig naar de televisie: “Niet moeilijker praten dan je aankunt!” Dan loopt er weer iemand aan een talkshowtafel vast in een constructie met ‘uitkristaliseren’, ‘monitoren’, ‘ergens mee dealen’ of ‘iets in ogenschouw nemen’ zonder die woorden echt te snappen.
We gebruiken vaak moeilijke woorden om intelligenter over te komen. Sporters doen het vaak. En politici. Het gekke is, dat we nóg moeilijker gaan praten of schrijven als we weinig van een onderwerp afweten. Ik weet niet hoe het in jouw hoofd werkt, maar in dat van mij kom je niet slim(mer) over door moeilijke woorden te gebruiken.
Zo kreeg ik tijdens mijn werk bij een zorginstelling een keer dit antwoord op mijn vraag of een locatie tijdens de jaarwisseling last had gehad van vuurwerk:
“Zover mij bekend heeft men daar op betreffende locatie geen hinder van ondervonden.”
Een eenvoudig ja of nee was genoeg geweest. En over de schrijver van dat antwoord dacht ik meteen “die wil iets bewijzen.”
Volgens mij geeft begrijpelijke taal een warmere indruk. Duidelijke, korte zinnen komen overtuigender over. En wie eenvoudige woorden gebruikt, klinkt vriendelijker.
Eens of oneens?